Groepsfoto
Actualiteitenrubriek AVRO'S TELEVIZIER, 1968
Van
links naar rechts
Staand:
Hans
Vernhout (producer) - Piet ter Laag (cameraman) - Cas Brugman (regisseur/programmamaker)
-
Rudolf Bruil (bureauredakteur/verslaggever) - Erica Haye (secretaresse)
- Thijs Zijda (verslaggever) -
Marcel de Groot (verslaggever) - Roelof Kiers (verslaggever/programmamaker)
-
Pim Elfferich (hoofdredakteur) - Henk van der Molen (hoofd informatieve
programma's) -
Ria Bremer (programmamaker).
Zittend:
Drs.
Ed Peereboom (commentator economie) - Pieter Varekamp (verslaggever) -
Fred Emmer (presentator) - Jaap van Meekren (presentator) -
Dr. Ferry Hoogendijk (politiek commentator) - Johan van Minnen (correspondent)
-
Ria van Loon (secretaresse).
Originele
foto bewerkt en gecorrigeerrd door R.A.B.
Niet aanwezig: Mr. G.B.J. Hiltermann
(politiek commentator), die misschien op reis was. En Frans van Houtert
ontbreekt. Ook
afwezig is Jaap van der Zwan (verslaggever). Hij had zich kritisch uitgelaten
over het kolonelsbewind van Papadopoulos in Griekenland en daar werden vragen
over gesteld in de Tweede Kamer door de VVD (Haya van Someren-Downer of
was het Annelien Kappeyne van de Coppello ). Jaap werd op dood spoor gezet.
Hij vertrok en werd voorlichter van de Gemeente Zoetermeer.
Tekst Rudolf A. Bruil. Gepubliceerd in 2004 - >>Synopsis in English<<
BESPREKING
Cas
Brugman spreekt met een collega-journalist van de Volkskrant. Johan van Minnen
denkt na over een of andere boude bewering van mij.
HET JAAR VAN DE GENERAALS
Twee jaar werken op contractbasis bij de Algemene Vereniging Radio Omroep, om precies te zijn bij Avro's Televizier. Dat was een belangrijke leerperiode voor me waarvan ik later veel profijt heb gehad.
Met Mr. G.B.J. Hiltermann maakten Cas Brugman en ik het politiek jaaroverzicht getiteld "Het Jaar van de Generaals". Dat gebeurde in Den Haag bij Haghe Film waar we "GBJ", gezeten achter een tafel met naast hem een kapstok, filmden. Bij Haghe Film vond ook de montage en de nasynchronisatie plaats. Het commentaar buitenbeeld werd mogelijk door Cas ingesproken/gelezen. Hoewel we ook een keer acteur André van den Heuvel vroegen om het commentaar in te spreken. Cas had een uitstekende microfoonstem van het type Philip Bloemendaal van Polygoon Profilti. De tv-uitzending was een groot succes.
CURSUS
Om de nieuwe lichting presentatoren, verslaggevers en redakteuren wegwijs te maken en te coachen gaf Gijs Stappershoef gedurende een aantal weken op woensdagmiddagen lessen die door een groep medewerkers van verschillende omroepen gevolgd werden - onder hen ook Sonja Barend en Harmen Siezen.
OPERATIE VOX POPULI
Hoofdredakteur Pim Elfferich zette een interessant project op stapel genaamd OPERATIE VOX POPULI. Niet alleen boeiend, maar ook noodzakelijk om aandacht te vragen voor de waanzin van de verspreiding van kernwapens en het fabriceren van steeds meer wapens en atoomkoppen. Het project was gebaseerd op het idee van Nobelprijswinnaae Sir Philip Noel-Baker.
Ik assisteerde
bij de productie er van en correspondeerde (en telefoneerde ook wel eens)
met o.a. Harrison E. Salisburry van de New York Times, Karol Malcuzynski
van Tribuna Ludu in Polen (verzamelaar van "Warsovia", alles wat
met Warschau te maken heeft, en broer van de pianist Witold Malcuzynsky).
Theo Sommer van Die Zeit in Hamburg, Roger Massip van 'Le Figaro' in Parijs, Robert Neild van het Nationaal Instituut voor de Vrede in Stockholm (Stockholm International Peace Research Institute - SIPRI), Frank Giles van 'The Sunday Times' in Londen, Vikenti Matveyev, "political observer" van Isveztia in Moskou, en Francis Noel-Baker, de zoon van Sir Philip Noel-Baker.
Doel was ze over te halen deel te nemen aan het project. Een enkele grootheid werd door mij op Schiphol opgehaald en die bracht ik dan naar Hotel de l'Europe. Ze kwamen naar Amsterdam om onder leiding van Mr. G.B.J. Hiltermann te discussiëren over de dreiging van de atoombom en hoe de overheden bewerkt kunnen worden om de nucleaire wedloop te stoppen en te gaan ontwapenen. Sir Noel-Baker stelde dat de stem van het gewone volk in deze cruciaal is: Vox populi.
HUGO CLAUS
Pim Elfferich had Hugo Claus gevraagd een docu-drama (een kort toneelstuk met documentaire elementen) te schrijven, als inleiding. Claus schreef "Een les in vrede" en liet daarin "de stem des volks" vertolken door een schoonmaakster in een kantoorgebouw. Hij liet als tegenstelling de stemmen van de politicus en de wetenschapper spreken. Dus de onschuld tegenover de compromisbereide onderhandelaar en de theoretische intellectueel.
Van links naar rechts: Francis Noel Baker - Mr. G.B.J. Hiltermann (voorzitter) - Theo Sommer (Die Zeit) - Harrison Salisbury (Times) - Roger Massip (Figaro) - Vikenti Matvejev (Isvestiya) - Robert Neild (Nationaal Instituut voor de Vrede)
Bij
de AVRO was 'Operatie Vox Populi' een eenmalige uitzending en wel in dubbele
zin. Het was een bijzondere uitzending. Dat stond vast. Maar tegelijkertijd
werd er niet aan gedacht dat ook andere onderwerpen door
het
illustere gezelschap besproken zouden kunnen worden nu die kopstukken
er waren. Dat had materiaal opgeleverd voor meerdere uitzendingen. Er werd
eigenlijk niet aan gedacht zo geconcentreerd waren we gedurende vele maanden
- naast het gewone werk - bezig met de voorbereiding van het evenement. De
uitzending vond plaats op 29 september 1967
DER INTERNATIONALE FRüHSCHOPPEN MET WERNER HöFER
Karlrobert Kreiten |
Het was voor veel journalisten een eer om voor Werner Höfer's "Internationale Frühschoppen" - politiek discussieprogramma, uitgezonden op de zondagmorgen via de WDR - uitgenodigd te worden. Ook voor Jojan van Minnen de AVRO-correspondent in Duitsland. Hoe groot was de ontgoocheling toen bekend werd dat Höfer in de Tweede Wereldoorlog als journalist in de nationaal-socialistische pers in Berlijn pro-nazi artikelen schreef, een feit waarvan, zoals bleek, de WDR al in 1962 op de hoogte was, maar dat pas in 1987 bekend maakte en alsnog tot het abrupte einde van de carrière van Höfer leidde, die toen ook geen aanspraak meer kon maken op het auteursrecht van "Internationale Frühschoppen". Om niet aan de verschijning van de continue cigaretten rokende journalist met sonore stem herinnerd te worden kreeg het format de titel "Presseclub".
Zie ook
de website met het aangrijpende relaas over de rechtzaak en de ter dood veroordeling
van de jonge pianist
Karlrobert
Kreiten in Berlijn in 1943, een gebeurtenis die een duidelijk inzicht
geeft in de tijd waarin Höfer actief was en zijn artikelen schreef.)
TEER IN DE LONGEN
In die tijd vertoonden we al beelden van jampotten vol met teer dat uit de longen van stugge rokers afkomstig was. En in een bewerking van een BBC-reportage zagen we heren in het ziekenhuis op zaal liggen met geamputeerde benen terwijl ze stug doorrookten. Dr. L. Meinsma vertelde over de zelfvernietiging van de rokende mens. Toch duurde het nog jaren voordat de pakjes cigaretten een waarschuwing kregen opgedrukt. Ook nu nog is de cigaretten-lobby machtig, vooral in Brussel.
THE WAR GAME
Van de
BBC kregen we veel later voor een viewing de documentaire "The War
Game" (die in 1966 een Academy Award had gekregen) en die de verschrikkingen
van een atoomoorlog schilderde, met verblindende lichtflits, nucleaire storm,
dodende straling, verzengende hitte en al. Daar was de Hollywood-speelfilm
"On
the Beach" uit 1959 niets bij vergeleken.
"The
War Game" mocht evenwel niet uitgezonden worden, want het volk zou
eens wakker kunnen worden. Een discussie gevoerd door een panel van intellectuele
journalisten is uiteraard heel wat anders dan de directe confrontatie.
Het was als met Erich Maria Remarque's boek "Im Westen nichts Neues" uit 1928 dat in mei 1933, met nog veel andere boeken, op de brandstapel terecht kwam en dus verboden werd. Je zou maar eens anti-militairistisch kunnen worden of de waanzin van de oorlog kunnen doorgronden en de oorlogszuchtige plannen van de politieke leiders en de generaals willen boycotten. Een van de oorzaken van Wereldoorlog II is de Eerste Wereldoorlog en de daarbij behorende Vrede van Versailles waarbij door de geallieerde overwinaars herstelbetalingen werden opgelegd aan Duitsland. Het had zover niet hoeven komen.
De 1ste Wereldoorlog (en daarmee wellicht de 2e) had voorkomen kunnen worden, maar toen op het allerlaatste moment Keizer Wilhelm (Duitsland) en Tsaar Nicolaas II (Rusland) er over dachten om niet ten strijde te trekken, was het al te laat. Ze beseften dat ze de fanatieke generaals en hun manschappen die al ver met de voorbereiding waren, er niet toe zouden kunnen bewegen de plannen niet uit te voeren. Overigens: mensen zijn over het algemeen niet enthousiast om een oorlog te beginnen, een paar fanatiekelingen daargelaten. Alleen wanneer een oorlog uitgebroken is en de verschrikking aan den lijve ondervonden wordt, dan kiest men partij en worden de verrichtingen gevolgd en neemt men er dan gedwongen deel aan.
GELUIDSHINDER
Thijs
Zijda en ik maakten in september 1967 een uitzending over de geluidshinder,
veroorzaakt door de luchthaven Schiphol. Het was een uitzending die veel
stof deed opwaaien en insloeg als een bom, en zeer positieve kritieken in
het Parool en de Volkskrant opleverde. We lieten straaljagers horen, een decibelmeter
zien, we maakten interviews met aktievoerder Bolmeijer van het Comitee Geluidshinder
Schiphol, met de pastoor van Badhoevedorp die tijdens zijn preken vaak onverstaanbaar
was als het zoveelste straalvliegtuig gierend overvloog. In de studio werd
onder meer de wethouder van Amstelveen ondervraagd. Hij stelde dat het allemaal
maar overdreven was. Zo erg was die hinder niet. Toen al!
Thijs Zijda ging later voor het programma Van Gewest tot Gewest werken.
ENGELAND EN DE EEG
In die
tijd speelde al de relatie Engeland en de Europese Economische Gemeenschap.
Marcel de Groot ging met een camerateam naar Engeland om een reportage te
maken over de mogelijke toetredeing van Groot Brittanië tot de EEG. Hij kwam
terug met materiaal dat een ander beeld gaf dan wat velen voor ogen hadden.
Het ging om economie. Het bleek dat Engeland ouderwets was en dat de
fabrieken nog op stoommachines draaiden. Brede leren riemen liepen over grote
wielen om de productie-machines aan te drijven. De vernieuwing die Europa
had meegemaakt als gevolg van de vernietigingen tijdens de Tweede Wereldoorlog
had daar logischerwijs niet plaatsgevonden. De muziekkeuze van Marcel was
ironisch. De M+E band (muziek en effecten) liet "Land of Hope and Glory" van
Edward Elgar onder de beelden horen. In die tijd hoorde daar ook de uitspraak
bij die door Engelsen gebezigd werd wanneer het Kanaal vol mistbanken hing:
The continent is isolated. Het is maar hoe je het bekijkt. Groot-Britannië
heeft uiteraard profijt gehad door de toetreding in 1973. Net zoals de andere
landen.
Marcel maakte ook reportages over het leven van Zuid-Molukkers in Nederland
en het heimwee. Daar kwamen ontroerende scenes in voor. In de redactievergadering
werd besproken hoe lang je een tot tranen toe bewogen geinterviewde mocht
laten zien. Hoeveel meer frames kunnen het zijn?
DE PALESTIJNSE KWESTIE
Het succes
dat Thijs en ik met "Geluidshinder door Schiphol" hadden geboekt
werd overigens een paar weken later al teniet gedaan op de dag dat er geen
item beschikbaar was voor de uitzending. Thijs en mijzelf werd de opdracht
gegeven een tekst te schrijven over de situatie in het Midden-Oosten: Israel
en de Palestijnen. Die tekst moesten we dan voordragen terwijl voor zover
als mogelijk was beeldmateriaal vertoond zou worden, dat was dan "Bildbeleg"
zoals Cas dat placht te noemen.
We protesteerden omdat we op onze klompen aanvoelden dat een dergelijke samenvatting alleen maar opvulling was en de intensiteit van de actualiteit miste. Het ware beter als er dan na een korte inleiding een discussie tussen een paar heren plaats zou vinden. Of... als er helemaal niets was om te vertonen, dan de uitzending helemaal niet door laten gaan. Maar het moest! De uitzending werd een flop. Achteraf beschouwd hadden we dienst moeten weigeren. Met de uitzending werd meteen de goodwill die we voor ons eerdere werk hadden geoogst teniet gedaan. Na de tweespraak met obligate beelden kopte TV criticus van Buuren de volgende dag in het Parool: "Voor Bruiloften en Partijen". Nou, dan weet je het wel.
Met Cas
Brugman (die later naar de Wereldomroep overstapte) en Duitsland-correspondent
Johan van Minnen reisden we naar Berlijn om de demonstraties van de
11e maart te verslaan. Dat was de tijd van Rudy Dutschke, Daniel Cohn-Bendit,
en zoals later zou blijken van Joschka Fischer die in de regering van Gerhard
Schröder minister van Buitenlandse Zaken (Aussenminister) werd en samen
met Schröder de oorlog van George W. Bush en zijn handlangers in Irak
niet wilde steunen.
Ook bezochten we Johan van Minnen en zijn vrouw in Bad Godesberg (bij Bonn
waar toen de regering van West Duitsland zetelde). Daar woonden zij en ik
maakte voor het avondeten spaghetti met een veel te machtige saus klaar. Johan
kon niet zo goed tegen het vliegen vooral als we in Hanover instapten en na
het opstijgen het vliegtuig praktisch onmiddellijk de daling inzette om op
Berlijn Tempelhof (of was het Tegel?) te gaan landen. Als Johan uitgenodigd
werd om in het panel van journalisten deel te nemen, "Johan van Minnen
aus den Niederlanden", dan werd dat uiteraard met enige trots ruimschoots
van te voren in de uitzending gemeld.
MARTIN LUTHER KING
Op mijn verjaardag werd Martin Luther King vermoord en ik werd onmiddellijk naar Frankfurt gestuurd om bij het ZDF historisch en actueel beeldmateriaal te halen voor de actualiteit van de avond. Het filmblik werd me bij aankomst op Schiphol al op de vliegtuigtrap uit de handen gegrist. Het materiaal moest snel bewerkt worden voor de uitzending van diezelfde avond. Beeldverbindingen zoals vandaag de dag waren er niet. Bij hoge uitzondering kon er met moeite op korte termijn wel eens via de EBU (European Broadcasting Union) in Brussel wat worden doorgeseind.
PARIJSE REVOLUTIE 1968
Thijs Zijda, Cas en ik maakten reportages over de mei-revolutie van 1968 in Parijs die in de Universiteit van Nanterre begonnen was. Dat was niet 'la révolution', zoals de studenten in Nanterre het noemden, maar het waren 'les émeutes' (de ongeregeldheden) zoals de gevestigde orde de roerige opstand betitelde. Ik deed straatinterviews en op instigatie van Mr. G.B.J. Hiltermann - die elke morgen (gezeten in een voorname Louis XVI-stoel) zitting hield in Hotel Royal Alma, schuin tegenover het Théâtre des Champs-Élysées, en met ons het 'plan de campagne' van de dag besprak - maakte ik een 10 minuten durend interview met Jean-Raymond Tournoux, redakteur politieke geschiedenis van Paris Match.
Zulke
interviews waren interessant om te doen, alert zijn in een zich ontwikkelend
gesprek. Dat is heel wat anders dan die voorgekookte, van te voren doorgesproken,
levenloze gesprekken, bijvoorbeeld met zo'n Amstelveense wethouder waarvan
je van te voren wist wat zijn standpunt was. Amstelveen is namelijk economisch
enorm afhankelijk van Schiphol. Dus werd de geluidshinder gebagatelliseerd.
(Je ziet op de publieke omroep veelvuldig van die oninteressante kraak-nog-smaak
interviews in Buitenhof en nieuwsprogramma's waarin alles te veel is doorgesproken
en voorgekookt.)
"Les amoureux sont fatigués, Les journaux sont imprimés, Les ouvriers sont déprimés..." zong Jacques Dutronc op de radio én onder de gemonteerde beelden van een van onze reportages. We bezochten uiteraard ook Jan Brusse, de AVRO-correspondent van zijn uitzendingen "Paris vous parle". We gingen eten in een klein restaurant waarvan je er vele vindt in de wijken van Parijs buiten het centrum. Jan en zijn vrouw, zijn broer Marc, de kunstschilder uit de familie, en zijn vriendin, Mr. G.B.J. Hiltermann als ik het goed heb, Cas en Karen, en nog een aantal mensen.
AVRO's Televizier moest het opnemen tegen andere actualiteiten-rubrieken en die ook weer tegen Televizier: Brandpunt (Ad Langebent en Aad van den Heuvel), VARA's Achter het Nieuws (Herman Wigbold, Wim Bosboom, Koos Postuma), NCRV's Hier en Nu (Henk Mochel, Niek Heizenberg en Hans Sleeuwenhoek).
MR. G.B.J. HILTERMANN
In de
aanloop van de revolutie bezochten we op 30 april de verjaarsreceptie van
koningin Juliana op de Ambassade der Nederlanden in de rue de Grenelle. Daar
trof ik veel bekenden uit mijn Parijse tijd aan. Dus werd er bijgepraat. Na
de receptie gingen we met Hiltermann uit eten. Hij wist wat dineren was en
wat de Franse keuken betekende. Met G.B.J. aten we 's avonds in 'La coupôle',
het grote restaurant op de Avenue Mont Parnasse.
Toen we
naderhand, het was al middernacht, op de Champs-Elysées wandelden kwam er
een vrouwtje langs met lelietjes van dalen in een mandje. Ik kocht twee tuiltjes
'muguettes'. Een voor Karen, de vrouw van Cas, die voor koninginnedag naar
Parijs gekomen was. En een voor Mr. Hiltermann. Hij zei: "Maar meneer
Bruil, wat aardig van u dat u aan mijn verjaardag heeft gedacht. Ik ben op
de 'Dag van de Arbeid' geboren." Het was inmiddels de eerste mei, vroeg
in de ochtend.
"Hoe wist je dat Hiltermann jarig was?" werd me later vaak gevraagd.
Dat waren
andere tijden. Geen magnetische en digitale opneming of doorstraling. Gefilmd
werd op 16 mm met een Arriflex. Het geluid werd opgenomen op een Nagra. Het
materiaal werd ontwikkeld door Cinecentrum. NTS-auto's reden af en aan. De
montage gebeurde in "De Ambachtschool" in Bussum. Bij een urgent
onderwerp als 'De Franse Revolutie van 1968' werd ook 's avonds laat of tot
diep in de nacht gemonteerd, soms tot het krieken van de dageraad.
Cas Brugman, Johan van Minnen en Piet ter Laag.
PRAAG 1968
Om over de Praagse Lente van 1968 (Praagse Revolutie met Alexander Dubcek) te rapporteren vlogen Cas Brugman, Johan van Minnen, cameraman Piet ter Laag en ik naar Wenen. We werkten samen met AVRO-correspondente An Salomonson en bekeken Praag, Dubcek en de ontwikkelingen op afstand. Want verder dan Wenen kwamen we niet. De grenzen waren dicht. De reportages wertden verzonden via de ORF (Oesterreicher Rundfunk waar An kind aan huis was). en - als ik me goed herinner - gerelayeerd via de EBU, the European Broadcasting Union in Brussel.
KUNSTVLEES VAN DSM
Ik was meer geinteresseerd in buitenlandse politiek, dan bijvoorbeeld in leegstaande winkels in het winkelcentrum In den Boogaard in Rijswijk of de perikelen van de burgemeester van De Rijp over de verkoop van eilandjes in het uitgestrekte watergebied van zijn gemeente. Uitzondering was het kunstvlees ontwikkeld door DSM (het chemie concern van N.V. Nederlandse Staatsmijnen) in Heerlen waar een oom van mij - Frans Kraaijenhagen - werkte. Overigens merkwaardig dat het kunstige vleesprodukt niet op grote schaal in produktie is genomen. Je kon het bakken en braden, en smoren. Door de toevoeging van smaakstoffen proefde het niet alleen als vlees, maar het had ook de structuur van vlees.
CHRISTOS VOSKRESE
Af en toe werkte ik aan een kort programma dat aan het einde van de zaterdagavond uitgezonden werd. Mevrouw Roof-Ivanowskaja uit Den Haag beschilderde eieren in prachtige kleuren blauw, groen, rood en goud, met versieringen en kleine tafereeltjes. In Rusland is het gebruik om elkaar met Pasen een ei te geven en dan te zeggen: Christos voskrese, Christus is opgestaan. Ze liet ons de eieren en haar werkwijze zien. De vakkundige cameraman Piet ter Laag filmde de eieren die ik op een kristallen standaard zette, stuk voor stuk, van onscherp naar scherp en weer naar onscherp. Zo kon een kunstzinnige montage gemaakt worden terwijl de schilderes op de piano "In der Kirche " van Tsjaikofski speelde dat dan overging in hetzelfde stuk gezongen door het Don Kosakken-koor. Het was een artistiek kleinood, een ring met een mooie steen, zo zag ik het.
KIRILL KONDRASHIN
In datzelfde
kader pastte ook een item over de Russische dirigent Kirill Kondrashin
die voor het eerst het Concertgebouworkest ging dirigeren. Voor de uitzending
van EN TENSLOTTE mocht ik Kondrashin filmen tijdens de repetitie van de 6e
Symfonie, Opus 54, van Dimitri Sjostakovitsj. Hij begon met het tweede deel:
"Ich gebe eins... wir müssen fühlen das Tempo zusammen.
I don't want to adept (...) to you. We both must be together. Tertse...(...)
Dritte Takt." Enzovoort.
Van deze
repetitie mocht ik slechts 60 seconden film van het orkest in de reportage
gebruiken. Dat was toegestaan. Voor elke seconde méér moesten
rechten betaald worden. Dat was de standaardprocedure als je het orkest opnam.
Het ging per slot van rekening om het Concertgebouworkest. En het ging om
Kirill Kondrashin die ik een paar jaar eerder in een boeiend programma
met het Orchestre de la société des concerts du conservatoire
in het Théâtre des Champs-Élysées, Avenue Montaigne,
in Parijs, waar zijn naam als Kyril Kondrachine geschreven wordt, had gehoord.
Opvallend was de sfeer en de precisie in Ravel's 'Rhapsodie espagnole'. Het
was het 8è
CONCERT, Dimanche 24 Novembre 1963 met Yuri BOUKOFF, piano; Ravel:
Rapsodie espagnole; Weber: Concertstück; Chostakovitch: Concerto no 2;
Prokofieff: Symphonie no 5; Direction: Kyril KONDRACHINE.
De maestro prees het Concertgebouworkest waarvan hij zoveel gehoord had en
waar hij nu dan voor het eerst aan de lessenaar stond. Hij zei dat de musici
zijn aanwijzingen volgden zoals elk goed orkest dat doet, maar de leden van
ons orkest deden dat "with pleasure", zo benadrukte hij. Een mooi
compliment.
Het concert zou plaats vinden op zondag 21 januari 1968. De reportage, inclusief het korte interview, werd op de zaterdagavond daarvoor uitgezonden en zou misschien nog een aantal muziekliefhebbers kunnen aansporen het concert de volgende dag te bezoeken, hoewel het wel kort dag was. In het filmfragment zegt Kondrashin dat hij zich niet wil aanpassen aan het orkest, maar dat het orkest zich aan de dirigent moet aanpassen. En op een ander moment zegt hij: "We should be together".
Violist Herman Krebbers (concertmeester) is ook in het filmfragment te zien. Kondrashin sleep het orkestspel tot in de kleinste facetten alsof het een diamant was. Het item duurde in totaal niet langer dan een kleine 6 minuten, maar het was voldoende om een goede indruk te krijgen van deze meesterdirigent. De opname van de repetitie die op zich al zo'n zes minuten duurde werd in 1989 door Hans Heg, Mia van 't Hof en Kees van Langeraad gebruikt in de documentaire 'Het testament van Kirill Petrovitsj', over het leven van de dirigent en in het bijzonder over de periode van Kondrashin bij het Concertgebouworkest. Later was een fragment ook te zien in 2009 in Zomergasten toen dirigent Jaap van Zweden in gespek was met Margriet van der Linden.
Het
was overigens niet makkelijk met de man te converseren. Ik sprak geen Russisch
en zijn Engels, Frans en Duits waren niet wat je noemt je dat. Hopend op meer
ontspanning in het gesprek, stelde ik eenzelfde vraag nog eens, verwachtend
dat hij dan opnieuw en uitgebreider zou antwoorden. Het enige wat hij zei
was: "Dat heeft u me al gevraagd". In plaats van hem te vragen hoe
hij 'het Westen' ervoer, vroeg ik hem "Wat is belangrijker, het ritme,
de melodie, of de harmonie?" Dat waren namelijk de criteria die door
het Sovjet Comitee van Musici en Componisten waren opgesteld waaraan muziek
zou moeten voldoen en waarvan het ritme de belangrijkste was, het ritme van
de volksmuziek. Ik had niet voor niets een scriptie geschreven over "Het
Kommunisme en de Kunstmuziek" - waarbij de leraar al meteen over de term
kunstmuziek viel. Die gebruikte ik om de tegenstelling tot populaire muziek,
volksmuziek, en jazz te verduidelijken. En dan is er natuurlijk de alliteratie
van de k. Ook een reden om de term kunstmuziek te hanteren.
De live uitvoering van de 6e Symfonie van 21 Januari 1968 werd in 1984 op
LP uitgegeven, samen met de op 6 maart 1980 uitgevoerde Symfonie No. 9. Ref.
Philips 412 073-1. Live opnamen.
EDISON KLASSIEK 1968
Eveneens
maakte ik een kort item over de uitreiking van de
Edison
Klassiek die op 20 september 1968 plaatsvond. Klaas A. Posthuma geproduceerd
werd.
Leonard
Bernstein ontving een Edison voor zijn Mahler Cyclus opgenomen met
het New York Philharmonic Orchestra voor CBS en met name de 6e Symfonie. Ik
herinner me de opwinding want Bernstein was niet zomaar iemand. Bernstein
werd geëerd voor het op de kaart zetten van de muziek van Mahler die
voor het eerst de steun van Willem Mengelberg kreeg en de traditie zou worden
voortgezet door het Concertgebouworkest onder Bernard Haitink. Bernard Haitink
stuurde een felicitatie-telegram aan Bernstein vanuit Japan waar het Concertgebouworkest
toen op tournee was.
LEEN JONGEWAARD - HETTY BLOK
De Uitreiking
in 1968 van de "Gouden Televizierring 1967" aan Leen Jongewaard
werd door mij verslagen. Wim Ibo hield een humorvolle inleiding en Leen en
André van den Heuvel zongen
Op een mooie Pinksterdag. Het fragment uit de reportage staat op YouTube.
Hetty Blok sprak Leen toe. Ze begon: "Verrukkelijke en adembenemende
Leen-poes. Je snapt natuurlijk wel dat ik jou niet plechtig ga toespreken...(Leen
op achtergrond: God zij dank niet.)...want dan zouden we binnen enkele tellen
onder deze tafel verdwijnen, even purper als dit pak, van het ingehouwe, benauwde
gelach." En ze vervolgde, steeds duidelijker met het van haar bekende
Groningse accent: "Maar het is nou eenmaal zo dat de tweede keus van
de kijkers van Televizier het voorrecht heeft om hun favoriet de gouwe ring
te overhandigen." Ze vervolgde: "En tot haar blijde verbijstering
bleek zuster Clivia op de tweede plaats te staan, zij het dan helaas met een
belangrijke achterstand..."
PALEIS OP DE DAM
Met cameraman Piet Out, waarmee het prettig werken was, maakte ik een item over het gerestaureerde Koninklijk Paleis op de Dam. Het beginshot was van overstekende mensen voor de Bijenkorf op de oversteekplaats die Dam en Damrak van elkaar scheidt. Ik vroeg hem langzaam uit te zoomen totdat de kijker zich binnen in het paleis bevond en de drukke moderne wereld achter zich had gelaten. We draaiden om de twee wereldhelften in de Burgerzaal heen en lieten zo de wereld draaien. Met de camera passeerden we oude regenten en staatslieden die aan de wanden hingen, en koning Lodewijk Napoleon natuurlijk. We gaven blikken in zalen en kamers, we filmden pilaren alsof het palmbomen uit de kolonieën waren, we lieten allerlei schatten zien, en dat terwijl het paleis zo sober is ingericht. Het werd een interessant verhaal, schepenen en schouten inbegrepen. En zo vertelde ik de vaderlandse geschiedenis, opgehangen aan het paleis dat door de eeuwen heen daarvan getuige was geweest, aanvankelijk als stadhuis van het Amsterdam van de rijke kooplieden.
Het werd een 10 minuten durende film die aan het eind van een zaterdagavond uitgezonden zou worden. Maar mijn aanpak was totaal anders dan verwacht. Geen deftige heren die vertelden hoeveel geld er wel in de restauratie gestoken was. Die mededeling stond in de Avrobode en dat was toch voldoende dacht ik. Gewichtige politici die hun image op wilden poetsen kwamen ook niet aan het woord. Aan het einde van de zaterdagavond wil je toch niet lastig gevallen worden met cijfers en hoogdravende heren. Dan wil je mooie beelden zien die bewegen. Je wilt een verhaal vertellen.
Ger Lugtenburg zat met de film in z'n maag. Na twee viewingen in "de garage" - de kleine filmzaal op het AVRO-terrein - waar mijn collega's zich positief over mijn werkstuk uitlieten en zeiden dat het uitgezonden moest worden, zwichtte Lugtenburg. Maar er kwam redding voor hem. Op de zaterdag dat de uitzending gepland was, werd er 's avonds gevoetbald. En dat ging uiteraard voor. Een latere datum werd niet meer geprikt.
PIET NAK (pjetnak)
Als ik deze en andere filmpjes nu zou zien, dan zou ik er wellicht het een en ander op aan te merken hebben. Maar het waren low budget items die nauwelijks wat kostten en toch interessante beelden opriepen.
In die tijd werd gedemonstreerd tegen de Oorlog in Vietnam. Het Vietnam Committee stond onder voorzitterschap van Piet Nak, die gekscherend Pietnak (uitspraak pjetnak) werd genoemd. Een demonstrant die "Johnson Moordenaar" op een spandoek had geschreven werd gearresteerd. Hij had het hoofd van een bevriende natie beledigd.
Ter gelegenheid van Pim Elfferich's vertrek naar Het Parool (De Perscombinatie/PCM) werd op 11 maart 1969, na de laatste redaktievergadering door hem geleid, deze foto genomen op de zogenaamde bunker. Van links naar rechts: Cas Brugman, Jaap van der Zwan, Marcel de Groot, Ria van Loon, Rudolf Bruil, Erica Haye, Pieter Varekamp, Pim Elfferich, Thijs Zijda. Roelof Kiers was al naar de VPRO overgestapt. Pim ging zich toeleggen op HR (Human Resourses) en Management. Hij schreef daar boeken over. Een bekende titel is 'Hoera, Het Is Weer Maandag!'.
JAAP VAN MEEKREN
Als Jaap van Meekren 's avonds laat 'Langs de Lijn' presenteerde (in afwisseling met Koos Postema), dan kwam ik wel eens naar de KRO-radiostudio en dan coachte hij mij tussen de uitslagen en berichten door in het lezen van teksten voor het inspreken van films en reportages. Hij leerde me in teksten de accenten, pauzes en de toonhoogte aantekenen. Dat kwam me goed van pas als ik teksten insprak en zeker later toen ik in mijn reclametijd audiovisuals produceerde en insprak.
AFSCHEID
Al gauw
merkte ik dat er een gebrek aan gegevens, aan dokumentatie op de afdeling
was. Als er wat dieper gevorst moest worden, dan ging je naar Het Parool aan
de Wibautstraat in Amsterdam om oude kranten na te pluizen. Ik deed toen een
voorstel om een archief op te zetten. Piet de Smet, hoofd van de afdeling
boekhouding die na zorgvuldige controle ook het fiat voor de verzilvering
van onze declaraties gaf, vond het te duur. Een paar kasten, hangmappen, plus
een kaartenbak.
Dat archief
kwam er dus niet.
Romano
Stinga, die eens hoofd van de totale afdeling Informatieve Programma's
was, zei bij mijn vertrek: "Tijdens je sollicitatiegesprek vroeg ik je
of je een item kon maken over de toetreding van Groot Brittanie tot de EEG
en toen zei je ja." Mijn antwoord: "Jazeker heb ik
dat gezegd. Ik veronderstelde dat jullie een uitgebreid archief hadden met
mappen over belangrijke onderwerpen. Mappen die steeds met de laatste gegevens,
knipsels, telexen actueel gemaakt zouden worden en verwezen naar filmfragmenten."
Er bleek
bij velen een grote angst te bestaan dat deze of gene medewerker of leidinggevende
weleens belangrijk zou kunnen worden. Of dat je zomaar op een dag een brief
in de bus kreeg waarin stond dat je programma niet meer gepland stond voor
het volgende seizoen en je dus overbodig was. Er ligt altijd wel iemand op
de loer die een grote zaag heeft om daarmee de poten onder je stoel vandaan
te zagen. En zo'n dossierkast is een enorme zaag.
Iedereen heeft in zijn werkkring wel een geheime vijand, misschien wel meer dan een. Soms is het systeem de vijand. De vakbond Mercurius schoot uiteindelijk te hulp en zorgde voor een gunstige regeling. In september 1969 vertrok ik en werd - na een vakantie in Engeland te hebben doorgebracht - copywriter bij Reclame-Adviesbureau Intermarco de la Mar, Weesperstraat, Amsterdam.
Rudolf A. Bruil. Pagina voor het eerst gepubliceerd in 2004 t.,
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
After
my stay in
Paris where I was employed at the Dutch Representation to NATO, I spend
two years as an editor working for Dutch Television Broadcasting Society A.V.R.O.
which meant new discoveries and learning. I was involved in several projects,
mainly as an assistant producer and in several instances also as an interviewer.
One important project was "Vox Populi", based on Nobel Prize winner
Sir Philip Noel-Baker's idea that the people should coerce the governments
of all nations to abstain from developing and manufacturing nuclear weapons.
The project was devised by Pim Elfferich, head of the 'Current Affairs Background
Programs'. He had asked Flemish author Hugo Claus to write the script for
a docudrama. Its title: A lesson in Peace. A panel of journalists of
renown and other important people would discuss Noel Baker's idea and a possible
impact of the voice of the people. The journalists were Harrison E. Salisburry
(New York Times), Karol Malcuzynski (Trybuna Ludu, Warsaw; brother of famous
pianist Witold Malcuzynski), Theo Sommer (Die Zeit, Hamburg), Roger Massip
(Le Figaro, Paris), Frank Giles (Sunday Times, London), and Vikenti Matveyev
(Isweztia, Moscow). Also participated Francis Noel-Baker (Sir Philip's son)
and from Sweden came Robert Neild (National Institute for Peace). Famous Dutch
journalist and political commentator Mr. G.B.J. Hiltermann presided the discussion.
The complete broadcast would take up practically an entire evening.
Together
with colleagues I made programs about noise pollution produced by passenger
jets starting and landing at Schiphol Airport, a problem which will never
be solved.
We traveled to Berlin. And we reported from Vienna in 1968 when Alexander
Dubcek was the hope of all the Czechs and Slovaks for a communism with a human
face. It was impossible to get closer mto prague..The
films we compiled and edited were sent to Hilversum by the ORF broadcasting
company in Vienna where technical services were rented via Dutch correspondent
An Salomonson.
Another colleague filmed the tanks of the military junta positioned on the
corners of the streets in Athens, interviewed people and was critical of the
Papadopoulos regime. There were questions asked in the Dutch parliament by
a member of the conservative VVD party which did not accept such criticism.
Gradually the colleague was more and more obstructed and finally resigned.
In August 2002 the CIA gave access to several, but not all documents, and
admitted the role of the US government in relation to the coup in Greece and
the support for Papadopoulos's junta. At the time America was afraid that
the political left and the communists were going to play a major role in Greece,
more or less together with king Constantin II. Therefore the US supported
the right wing regime of the colonels (1967-1974) as Greece was a member of
NATO. The release of documents by the CIA meant a late rehabilitation of journalist
Jaap van der Zwan, who was the reporter involved.
With
producer Cas Brugman and with political commentator and former Editor in Chief
of the news weekly "Haagse Post", G.B.J.(Guus) Hiltermann, I went
to Paris at the end of April to report on the "Revolution of 1968",
referred to by General De Gaulle and his party as "irregularities",
which had started at the University of Nanterre. We interviewed people in
the streets of Paris and I talked to M. Raymond Tournoux, historian and political
writer of Paris Match. We also attended the reception held at the Dutch Embassy
at the occasion of the birthday of Queen Juliana (April 30th, 1968). After
a good meal I took Cas Brugman and his wife to "The Living Room"
to relax and listen to some good jazz played by Aaron Bridgers and Art Simmons.
But the revolution was not over yet. On May 11th journalist Thijs Zijda and
I reported on the confrontations between students, workers and the police.
The 1968 movement led eventually to the abdication of "Le Général"
and the election of Georges Pompidou as "Président de la République"
one year later (June 1969).
I also filmed short items, for example about the Edison Awards and a short item about conductor Kyrill Kondrashin who for the first time conducted the Concertgebouw Orchestra. I had visited a concert with him conducting in Paris in 1963 with pianist Yuri BOUKOFF. On the program Ravel (Rhapsodie espagnole), Weber (Konzertstück), Shostakovich (Concerto no 2), Prokofiev (Symphony No. 5). Kyril Kondrashin conducting: Yuri BOUKOFF, piano; Ravel: Rapsodie espagnole; Weber: Concertstück; Chostakovitch: Concerto no 2; Prokofieff: Symphonie no 5; Direction: Kyril KONDRA
Page first published in 2004.